Hoofdstuk 4: Hoe ziet uitdagend tieneronderwijs er in de praktijk uit?

De uitdagingen:

• Industrieel leren werkt niet meer. Zorg voor bewustzijn, betekenis, ervaringen en actie in het leren.
• Werk alleen met leerdoelen, die betekenis hebben voor tieners.

• Samen leren, samen leven, samen leren leven in gemengde groepen.

• Begeleid tieners om zelf hun eigen leerbehoeften te vervullen.

• Geen toetsen en cijfers, maar assessments en feedforward

4.1 Condities om kleinschalig tieneronderwijs te creëren

Kleinschalig
Tieners zullen floreren in een gemeenschap van maximaal 250 tieners. Dit is het maximum aantal mensen, waar je je aan kan relateren. Dit aantal maakt het mogelijk om van de school een mini-samenleving te maken waarbinnen tieners zich kunnen socialiseren. Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van de tiener.

Doelgroep
De doelgroep in een tienerschool in Nederland kan verschillen: Sommige scholen omvatten alle tieners, andere scholen richten zich op een specifiek onderwijsniveau. Er zijn ook tienerscholen gericht op tieners met een specifieke ondersteuningsbehoefte. De meeste tienerscholen richten zich op tieners, die uitgedaagd willen worden, die ruimte nodig hebben om zich te ontwikkelen. Vooral tieners die niet lijken te passen in het huidige onderwijssysteem kiezen voor tienerscholen. Tienerscholen moeten een keuze maken of ze een school willen zijn voor alle kinderen, een school voor een specifieke doelgroep, een school voor tieners die avontuurlijk onderzoeken en experimenteren of een uitdagende school voor alle tieners.
De samenstelling van de groepen is ook van belang: om samen te leren, samen te leven en om samen te leren leven hebben groepen behoefte aan diversiteit in leeftijd, niveau, geslacht, sociaaleconomische en culturele achtergrond. Mensen leren van diversiteit! Na hun schooltijd zullen de tieners leven in een samenleving met een grote diversiteit. Pas wanneer tieners zich specialiseren in het hogere secondaire onderwijs zullen ze meer kunnen leren in een gespecialiseerde leergroep.

Locatie
Er zijn tien tienerscholen in Nederland, verspreid over de steden en het platteland. Tieneronderwijs kan georganiseerd worden in een basisschool, in een VO school of op een aparte locatie. In de meeste tienerscholen wordt het onderwijs verzorgd in een apart deel van het gebouw van een VO school. Liefst een school met praktijklokalen van een beroepsopleiding, die gebruikt mogen worden door de tieners. In het dorp Zetten, is in samenwerking met de plaatselijke VO school er voor gekozen om tieneronderwijs te geven in alle basisscholen van het dorp, In Gorinchem is de tienerschool verbonden aan een basisschool en verzorgt onderwijs aan 4-15 jarigen in een doorgaande lijn. Uiteindelijk doel voor deze school is 4-18 jarigen onderwijs met een doorgaande begeleiding: een samenwerking met kinderopvang, basis- en voortgezet onderwijs. De locatie zou uitdagend moeten zijn maar bij voorkeur verbonden aan een school voorafgaand of volgend op het tieneronderwijs. Zo voorkom je dat tieners een extra keer van locatie moeten gaan wisselen.

 

4.2 Opbouwen van een partnerschap in onderwijs.(wie?

Om onderwijs te baseren op de persoonlijke ontwikkeling van de tiener is een partnerschap nodig van de tiener de coach, ouders en de experts. Als je een nieuwe tienerschool wil starten of tieneronderwijs wil introduceren in een bestaande school, zul de vragen en specifieke behoefte van tieners en hun ouders moeten kennen. Je zult bewust moeten zijn wat de veranderende vragen van de samenleving aan jongeren zijn. Om tieneronderwijs met betekenis voor het echte leven te realiseren, heb je bijdragen nodig van tieners, ouders, coaches en allerlei experts uit de samenleving. Wie zijn de partners en wat is hun rol in tieneronderwijs?

4.2.1 Tieners
De tieners zijn manager van hun eigen onderwijs in een dialoog met ouders, hun coach en experts. Tieners:

  • zijn medeoprichters van het tieneronderwijs: In het creëren van tieneronderwijs zijn de tieners de belangrijkste informatiebron. Wat zijn hun interesses? Wat zijn hun vragen? In welke leeromgeving ontwikkelen zij zich het beste? Wat voor soort school en wat voor soort leraar hebben ze nodig? Vraag het de tiener! Je zult een hoop interviews, onderzoek en discussies met hen nodig hebben om te ontdekken wat het beste onderwijs is voor de tiener.
  • kiezen voor tieneronderwijs: Om tieners uit je doelgroep te werven voor je school, zul je de aanpak van het tieneronderwijs zorgvuldig met hen doornemen. Je wilt dat ze de juiste verwachtingen hebben van het onderwijs, als ze gaan starten met tieneronderwijs. Bij voorkeur komen tieners tevoren een dag op de school meelopen om het tieneronderwijs te ervaren. Of je hebt een gesprek over hun verwachtingen of ze doen al een eerste challenge of quest. Tieners die komen van andere basisscholen of andere VO-scholen willen verzekerd zijn dat ze passen in het tieneronderwijs. Het is belangrijk dat de tieners zelf kiezen voor het tieneronderwijs. De school zal alleen tieners afwijzen wanneer de school niet in staat is om de speciale onderwijsbegeleiding te bieden, die de tiener nodig heeft.
  • zijn getraind om deel te nemen aan tieneronderwijs: Tieners hebben training nodig om houdingen en vaardigheden te (re)activeren zoals zelfsturing, communicatie en het benaderen van de wereld met een open geest, een open hart en een open wil.
  • manager van hun eigen leerproces: Tijdens het onderwijs worden de tieners regelmatig gecoacht in hun persoonlijke ontwikkeling. In hun persoonlijke ontwikkelingsmap hebben ze een beschrijving van hun ambitie en hun voortgang in het behalen van leerdoelen, de houdingen, vaardigheden en kennis die ze hebben opgedaan. In hun portfolio verzamelen ze alle producten, presentaties en acties die ze in het tieneronderwijs hebben gerealiseerd.
  • bepalen en ondersteunen de organisatie van de school: Tieners zullen deelnemen aan dialogen om te bepalen hoe de school wordt georganiseerd.

Tieners, kiezen, creëren en realiseren hun leren en hun school.

4.2.2 Ouders
Ouders zullen verschillende rollen hebben als partner van de school. Ouders:

  • zijn medeoprichter van het nieuwe tieneronderwijs: In het creëren van tieneronderwijs geven ouders hun eigen verwachting van de school en de leerresultaten van hun kind. Ze nemen deel aan het realiseren van de nieuwe school. Ze worden betrokken in de ontwikkeling van de nieuwe benadering van tieners.
  • kiezen voor tieneronderwijs: De tiener en de ouders hebben een gezamenlijke interesse voor het tieneronderwijs en delen hun verwachtingen.
  •  zijn geïnformeerd over hun rol in tieneronderwijs:. Ouders zijn op de hoogte van de houdingen en vaardigheden die nodig zijn in het tieneronderwijs: zelfsturing, communicatie en het benaderen van de wereld met een open geest, open hart en open wil.
  •  zijn partner in de begeleiding van de tiener: Dit betekent dat ouders betrokken zijn in het formuleren van de persoonlijke leerdoelen van hun tiener. Ouders wordt gevraagd om het behalen van deze leerdoelen te ondersteunen en af te stemmen op de wijze waarop de school de tiener begeleidt.
  • leveren een bijdrage aan het onderwijs in de school: Ouders worden gevraagd om de coach of expert te ondersteunen in de klas, om tieners te inspireren vanuit eigen interessegebieden en om nieuwe activiteiten op te starten of te begeleiden. Elke ouder zal werk, een hobby of een talent hebben waarmee tieners kunnen worden geïnspireerd. Ouders wordt gevraagd om inspirerende workshops te verzorgen aan tieners of om een bezoek te verzorgen aan inspirerende plaatsen. 
  •  zijn bouwers van de organisatie: Ouders zullen worden gevraagd om een rol te vervullen in de werving van nieuwe tieners. Sommige ouders zullen deelnemen in de besluitvorming van het bestuur.

Ouders dragen bij, ondersteunen en begeleiden het tieneronderwijs.

4.2.3 Coaches en experts
Coaches
De coaches zijn het eerste aanspreekpunt van de tieners. Coaches

  • kiezen voor tieneronderwijs: Niet het vak maar de tiener is de focus in het tieneronderwijs. Tieneronderwijs heeft behoefte aan coaches die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van tieners, die naar hen willen luisteren en hen willen helpen om hun eigen leerbehoefte te vinden en onderzoeken. De coaches begeleiden de tieners in hun leerproces. Ze zijn niet alleen expert in ‘Persoonlijke ontwikkeling’ maar ook expert in één of meer van de vakken in ‘Mens, cultuur en maatschappij’ of ‘Natuur, wetenschap en techniek’. Coaches zijn zich bewust van hun sterktes en zwaktes in hun houdingen. Ze hebben de algemene vaardigheden en algemeen ondersteunende vaardigheden onder de knie, zodat ze tieners kunnen ondersteunen in het aanleren van deze vaardigheden. Ze zijn verder verantwoordelijk om de inspiratie van tieners te organiseren.
  • zijn medeoprichter van het nieuwe tieneronderwijs: Nieuw tieneronderwijs wordt opgebouwd door de coaches. Zij bepalen in dialoog met tieners, ouders en experts het curriculum en de benadering. Ze zijn ook verantwoordelijk om de vorderingen van tieners te volgen en het programma aan te passen om de leerdoelen te bereiken.
  • zijn getraind om hun rol te kunnen vervullen in het tieneronderwijs: Coaches zullen getraind worden om zelfsturing, communicatie en het benaderen van de wereld met een open geest, een open hart en een open wil te ondersteunen.
  • zijn manager van hun eigen leerproces en de samenwerking: Het succes van tieneronderwijs is afhankelijk van een open, reflectieve en ondersteunende samenwerking tussen coaches, tieners, experts en ouders.
  • dragen de onderwijsorganisatie: Coaches zullen de voortgang van het onderwijs en de organisatie volgen en besluiten na consultatie van de partners welke veranderingen nodig zijn.
    Coaches zijn de uitvinders, gidsen en dragers van het tieneronderwijs.

Experts
Experts zorgen voor inspiratie uit de verschillende vakgebieden. Ook al hebben ze niet de rol van coaches, toch zullen ze ook gevraagd worden om tieners te begeleiden vanuit de visie van het tieneronderwijs. Experts

  • zijn adviseurs van het nieuwe tieneronderwijs: Experts zullen gevraagd worden om advies over hun rol in het tieneronderwijs en de leerinhouden die nodig zijn.
  •  kiezen voor tieneronderwijs: Experts worden gevraagd om de benadering en leerdoelen van tieneronderwijs over te nemen. Ze zullen zich bewust moeten zijn van hun sterktes en zwaktes in hun houding binnen die benadering. Ze hebben de algemene vaardigheden en algemeen ondersteunende vaardigheden onder de knie, zodat ze tieners kunnen ondersteunen in het aanleren van deze vaardigheden. Ze zijn verder verantwoordelijk om de inspiratie van tieners te ontdekken en stimuleren.
  •  zijn geïnformeerd over hun rol in tieneronderwijs: Experts wordt gevraagd om houdingen en vaardigheden te ondersteunen, zoals zelfstring, communicatie en het benaderen van de wereld met een open geest, open hart en open wil.
  • zijn partner in de begeleiding van de tiener: Experts zijn ook begeleiders van tieners in hun vakgebied. Dit betekent dat ze worden gevraagd om zich aan te passen aan de manier waarop tieners worden ondersteund in de tienerschool. Er wordt van hen verwacht dat ze beschikbaar zijn als de tiener ze nodig heeft voor begeleiding.
  • geven een bijdrage aan het onderwijs in de school: Experts kunnen gevraagd worden om hun rol te pakken in specifieke projecten vanuit hun expertise.

 

 

4.3 Inhoud en weekroosters van tieneronderwijs (wat?)

4.3.1 Voorbeeld: Een week in het tieneronderwijs

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.00 Coaching en voorbereiding 8.00 Coaching en voorbereiding 8.00 Coaching en voorbereiding 8.00 Coaching en voorbereiding 8.00 Coaching en voorbereiding
8.30 Groepsopening 8.30 Groepsopening 8.30 Groepsopening 8.30 Groepsopening 8.30 Groepsopening
8.50 Inspiratie-sessie 8.50 Inpiratie- sessie 8.50 Inspiratie-sessie 8.50 Inspiratie-sessie 8.50 Inspiratie-sessie
9.20 Training 9.20 Training 9.20 Training 9.20 Training 9.20 Training
10.20 Pauze 10.20 Pauze 10.20 Pauze 10.20 pauze 10.20 pauze
10.30 Persoonlijke ontwikkeling met lunch break 10.30 Mens, cultuur en maatschappij met lunchbreak 10.30 Persoonlijke challenge met lunchbreak 10.30 Natuur, wetenschap en techniek met lunchbreak 10.30 Persoonlijke ontwikkeling met lunchbreak
14.20 Groeps-evaluatie 14.20 Groeps-evaluatie 14.20 Groeps-evaluatie 14.20 Groeps-evaluatie 14.20 Groeps-evaluatie
14.30 Coaching, evaluatie en doorwerktijd 14.30 Coaching, evaluatie en doorwerktijd 14.30 Coaching, evaluatie en doorwerktijd 14.30 Coaching, evaluatie en doorwerktijd 14.30 Coaching, evaluatie en doorwerktijd
15.30 Lange termijn ontwikkeling 15.30 Lange termijn ontwikkeling 15.30 lange termijn ontwikkeling 15.30 Lange termijn ontwikkeling 15.30 lange termijn ontwikkeling
16.30 Einde 16.30 Einde 16.30 Einde 16.30 Einde 16.30 Einde

Uitleg van alle onderdelen:
• Voorschooltijd (voor 8.30 in dit voorbeeld) en naschooltijd (na 14.30 uur)
Coaching
Voor en na school zal de coach met de tiener in gesprek gaan over de persoonlijke ontwikkelingsmap en hun portfolio. Elke tiener zal een persoonlijke ontwikkelingsmap hebben met daarin beschrijvingen van:
- hun eigen leerbehoeften en ambities
- hun persoonlijke ontwikkeling in het omgaan met zichzelf, de ander en de wereld
- hun vooruitgang op de leerdoelen (houdingen, vaardigheden en kennisvergaring), assessments en de kerndoelen.
En een portfolio met de resultaten, presentaties en producten om anderen te laten zien wat ze hebben bereikt.

Voorbereiding, evaluatie en doorwerktijd
Voor en na schooltijd zal er tijd zijn voor de coaches en de experts om voor te bereiden en te evalueren, contact te hebben met ouders, etcetera. De tieners hebben ook tijd om voor te bereiden, te evalueren of om hun werk af te maken. De tieners kunnen in deze tijd een contactmoment afspreken met de coach of experts, zoals ook de coaches en experts afspraken kunnen maken met de tiener. Alle evaluaties met tieners en ouders zullen plaatsvinden in het uur na schooltijd. Elke dag zal het laatste uur gereserveerd worden voor coaches en experts om samen te werken aan lange termijn ontwikkeling

• Binnen schooltijd (van 8.30 uur tot 14.30 uur)
Groepsopening en groepsevaluaties
De groepsopening en groepsevaluatie zullen geleid worden door tieners. Een deel zal gebeuren in kleine groepen (4-5 tieners), een deel met de hele groep. Elke week zal een tiener de rol van voorzitter en een andere tiener de rol van secretaris op zich nemen, De secretaris zal de belangrijkste activiteiten, leerervaringen en beslissingen in de groepsblog schrijven. De voorzitter en de secretaris zullen de groepsopening en groepsevaluatie voorbereiden. Zij zullen feedforward ontvangen van de groep.

Inspiratiesessies
Tijd om te zaaien en te oogsten!
- Tieners presenteren inspirerende leerresultaten in hun challenges, uitdagende bevindingen uit projecten of prikkelde ervaringen uit het leven buiten de school.
- Experts, coaches en ouders presenteren interessante ervaringen of levensverhalen.
- Tieners of coaches zullen nieuws, interessante voorvallen of video’s van internet presenteren.
De groep zal de criteria bepalen voor inspirerende presentaties. Deze inspiratiessessies zijn bedoeld om nieuwsgierigheid op te roepen.

Training van algemene en ondersteunende vaardigheden
Experts zullen trainingen geven om te leren presenteren, onderzoeken, communiceren, maar ook training over reken- en wiskunde vaardigheden, grammatica, lezen, woordenschat enzovoort. De persoonlijke en collectieve leerdoelen zullen het trainingsprogramma bepalen.

Challenges,
Elke tiener zal zijn of haar persoonlijke challenges kiezen. De tieners zullen gecoacht worden in kleine groepen om hun challenge te bedenken, te plannen en te realiseren. Minstens vier keer per jaar zullen de tieners presenteren wat ze geleerd hebben. Dit kan individueel aan de coach, aan een kleine of de totale groep en/of aan de ouders en de expert.

‘Persoonlijke ontwikkeling’, ‘Mens, cultuur en maatschappij’, ‘Natuur, wetenschap en techniek’.
Er zal een programma worden gemaakt met de essentiële vragen die in de vier jaar tieneronderwijs worden behandeld. De tieners gaan op zoek naar antwoorden op deze essentiële vragen in projecten. Vakken zullen geïntegreerd worden in de projecten of, waar nodig een aparte plaats hebben in het programma. Samen met ouders en de tieners worden de essentiële vragen gedefinieerd. De coaches en experts zullen er voor zorgen dat alle kerndoelen meerdere keren aan bod komen in deze projecten gedurende de vier jaar tieneronderwijs

 

Voorbeeld eerste jaar Aug-Okt Nov-Jan Feb-Apr Mei-Jul
Voortgangsgesprekken tiener, ouders en coach Startpresentaie individuele leerdoelen Eerste evalautie Tweede evalautie Viering en plan komend jaar
Persoonlijke ontwikkeling Hoe gaan we om met ons lichaam? Wat zeggen emoties ons? Wat geeft leven betekenis? Howe gebruiken we onze hersens?
Mens, cultuur en maatschappij Hoe beslissen we? Wat betekent werk in ons leven? Wat is het verschil tussen jou en mij? Wat verandert de wereld?
Natuur, wetenschap en techniek Hoe komen we aan energie? Wat kan de natuur ons bieden? Wat beweegt ons? Wat betekent het om te leven op de planeet aarde?

Grote stappen om het programma vast te stellen met de partners

1. Gebruik de leerdoelen om de onderdelen te definiëren van je programma.

2. Maak voorbeeldroosters, kies een eerste rooster en pas dat waar nodig aan.

3. Definieer samen de essentiële vragen.

4. Arrangeer projecten .

5. Evalueer het programma op basis van de inspiratie en voortgang van de tieners op de leerdoelen..


Eerste stap: Start met een voorbeeld en speel met de mogelijkheden. Formuleer een essentiële vraag en ontwikkel één project, gekoppeld aan de leerdoelen.

4.4 Nieuwe didactiek, geïntegreerd met pedagogiek in het tieneronderwijs (hoe?)

4.4.1 De oude didactiek: industrieel leren (vooral van buiten naar binnen)
De oude onderwijsmethoden zijn gericht op het leren van kennis. De te grote nadruk op kennis heeft het onderwijs verlamd. Het overbrengen van kennis op de tiener ontkent het feit dat tieners leren door te doen en te ervaren. Ze hebben weliswaar kennis (en vaardigheden en houdingen) nodig om hun reflecties en hun handelen te versterken, maar kennis is een middel en niet het doel zelf. Zonder een doel zal kennis snel vergeten worden.
De theorie van Bloom is populair in de oude onderwijsmethoden. Zijn leerpiramide definieert de beheersing van kennis. De piramide start met het onthouden van kennis en eindigt met het creëren van kennis. Het is een misvatting dat je eerst kennis moet kunnen onthouden voor je kennis kunt begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren..
In de praktijk van het onderwijs start de didactiek met het vergaren van kennis die de tieners al bezitten. Dit is de basis waarop je nieuwe kennis kunt overbrengen. De leraren doen moeite om tegemoet te komen aan verschillende leerstijlen. Ze geven voorbeelden die tieners herkennen en proberen hen te overtuigen dat de lessen belangrijk zijn, dat de kennis betekenis heeft. Trekken en duwen om hen aan het leren te krijgen. De lesstof is een gegeven.
De meeste leraren gebruiken elementen van de nieuwe didactiek. Ze laten bijvoorbeeld de tieners samenwerken of zij vertalen de leerstof in projecten die betekenis hebben voor de tieners. Echter, het grootste deel van de tijd zitten de tieners op hun plek te wachten ze wat ze moeten doen van de leraar. En de leraar leest de methode om te kunnen doen wat de methode voorschrijft. De oude didactiek is nog steeds waardevol om te leren op een beperkte industriële manier, Om echt effectief te zien zul je echter bij het leren van de persoon van de tiener moeten beginnen, niet bij de leerstof.

 

4.4.2 Nieuw levend leren: Ontwikkeling (voor van binnen naar buiten)
Nieuw levend leren gaat over het leren dat in de modern post-industriële tijd nodig is. In deze tijd willen tieners leren om hun eigen leven te componeren. Het nieuwe levend leren richt zich niet alleen op leren maar ook op ontwikkelen. Houdingen, vaardigheden en kennis. Industrieel leren zal nog steeds af en toe nodig zijn, maar om te ontwikkelen is meer nodig: dat tieners leren waarnemen en bewust worden, dat ze betekenis geven aan het geleerde, dat ze het geleerde ervaren en dat ze de opgedane houdingen, kennis en vaardigheden gebruiken in hun doen en laten.
Ontwikkelen start met het creëren van betrokkenheid. Je kunt betrokkenheid creëren door tieners het onderwerp te laten waarnemen en bewust te worden van het onderwerp. Deze bewustwording kan het lichaam en de geest sturen. Voordat je betekenis geeft aan een onderwerp, ben je je bewust van het bestaan van dit onderwerp. Je gebruikt je zintuigen om het onderwerp waar te nemen: je ziet, hoort, ruikt, proeft of voelt het onderwerp ( een boom, een regenboog, een chemische reactie, mensen die engels praten, beelden van een oorlog). Dit is de meeste pure observatie, zonder tussenkomst van oordelen of betekenis. Bewustzijn kan reizen door tijd en plaats. Je kunt je bewustzijn sturen. Door tieners bewust te maken kun je hun wereld vergroten en verrijken. Nieuwe manieren laten zien, inspirerende personen, nieuwe dingen, nieuwe culturen. Zonder oordeel. Bewustwording kun je opnemen in je lesgeven door innerlijke stilte te creëren, de zintuigen te activeren en via geleide meditatie tieners bewust te maken van het onderwerp van het leren. Experts en coaches kunnen beelden laten zien van het onderwerp. Tieners zullen horen, voelen, zien, ruiken en proeven waar het over gaat.
De betekenis van een onderwerp voor het leven zal bepalen hoe belangrijk de tiener het onderwerp vindt. Als een tiener een onderwerp belangrijk vindt, zullen zijn/haar hersenen het geleerde opslaan voor langere tijd. De betekenis is altijd gekleurd door gedachten, oordelen en conclusies, die juist of onjuist kunnen zijn. Het onderwerp van leren is interessant voor de tiener als het betekenis heeft voor zijn of haar omgang met zichzelf, de ander of de wereld. Betekenissen verschillen: een boom is om in te klimmen, geeft ons zuurstof, hout of fruit of moet omgehakt worden voor een nieuw bouwproject. Om de hersenen te activeren zal eerst de betekenis van het leren vastgesteld moeten worden. Wat voor betekenis heeft het onderwerp voor mij, voor anderen, voor de wereld. De betekenis kan voor elke tiener verschillen. De uitwisseling van betekenissen geeft kleur en noodzaak aan het onderwerp dat onderzocht gaat worden. Als een tiener een eigen leerbehoefte of leervraag heeft, dan zal deze al betekenis hebben voor deze tiener. De tiener zal intern gemotiveerd zijn om te leren.

Industrieel leren is het instrument om kennis te reproduceren, te begrijpen toe te passen, te analyseren , evalueren en te creëren. Sommige tieners voelen zich thuis in de wereld van kennis en wetenschap, anderen hebben behoefte aan meer context. Deze laatste tieners betwijfelen het nut van het geleerde, zijn kritisch. We zouden deze kritiek moeten stimuleren. Industrieel leren vraagt veelal repetitieve training om de kennis en vaardigheden te gaan beheersen en doet daarom een beroep op de houding doorzettingsvermogen. Industrieel leren zal altijd een plek hebben in ontwikkelen en leren, maar zal niet meer het curriculum domineren. Het nut van kennis en wetenschap is dat we een referentiekader hebben om de wereld te benaderen. Kennis en wetenschap als één van de hulpmiddelen om juist te kunnen handelen. Door dit referentiekader als een soort ladekast te gebruiken, kunnen we kennis in onze hersenen situeren, zodat we het snel kunnen activeren, als dat nodig is. Nieuw levend leren zal starten met de essentiële vragen die tieners willen verkennen. Korte instructies worden gegeven. De coaches en experts kennen de leerdoelen vanuit hun hart, hun hoofd en hun handen. De doelen zijn gedeeld met de tieners, totdat ze ook voor hen van betekenis zijn. Tieners zullen hun manier van leren kiezen en daarbij ondersteund worden door hun coach of door experts. De tieners zullen met hun coach de vorderingen op de leerdoelen volgen, evalueren en bijstellen. In deze didactiek zal het aantal onderwerpen teruggebracht worden. De onderwerpen die overblijven zullen diepgaand onderzocht worden. Het leren worden verdiept door individuele en groepsopdrachten te verrichten.

Ervaren is de belangrijkste manier van leren . Nieuwe ervaringen maken nieuwsgierig. Als tieners nieuwe ervaringen opdoen, zullen ze waarnemen, bewust worden en betekenis geven. Ze moeten hun positie gaan bepalen. Ik heb zelf mogen zien hoe het de ontwikkeling van tieners een vlucht nam door een tiener te laten logeren bij een tiener in een ander land en een andere cultuur in een uitwisseling. Ze leren zich aan te passen, leren nieuwe vaardigheden, nieuwe manieren om met zichzelf om te gaan, met die ander en met de wereld. Kennis wordt interessant als ze de kennis kunnen gebruiken in deze situaties. Alle ervaringen met situaties, fenomenen, bedrijven of andere organisaties die de tiener nog niet kennen. kunnen inspirerend zijn. Tieners kunnen deze ervaringen zelf inbrengen, maar deze kunnen ook georganiseerd worden door coaches, ouders of experts.
Tieners willen zelf doen en experimenteren. Dat zal hen motiveren om de vaardigheden te leren, hun houding aan te passen en om kennis te vergaren. Laat ze een product maken, een experiment doen. Leren door te doen zal nieuwe bewustwording en betekenis geven aan zowel de denkers als de doeners onder de tieners.
De coaching gesprekken zijn basis voor de geïntegreerde ontwikkeling. Hierin wordt de tiener bewust van het geheel van zijn of haar eigen ontwikkeling: lichaam, geest, emoties, ziel, omgang met anderen en de wereld.
Bewustwording en waarnemen, betekenis verlenen, industrieel leren, ervaren, doen en experimenteren, geïntegreerde ontwikkeling zijn allen deel van het nieuwe levend leren en ontwikkelen. Breng je de taart terug tot het industrieel leren, dan mist de tiener de ondersteuning op de andere taartpunten. De tiener zal de andere onderdelen missen en minder goed voorbereid zijn om het eigen leven te componeren.

Pedagogie en didactiek geïntegreerd
Als de didactiek gericht is op de persoonlijke ontwikkeling van de tiener verdwijnt het verschil tussen pedagogiek en didactiek. Sociaalemotionele ontwikkeling zal net zo belangrijk zijn als cognitieve ontwikkeling development, alles geïntegreerd in de totale ontwikkeling van de tiener. De ontwikkeling van houdingen zal altijd de focus zijn. Gebeurtenissen in de groep zullen gebruikt worden om cognitief en sociaal-emotioneel leren te stimuleren. De coach, de ouders en de tiener zullen de vorderingen van de tiener evalueren. Sociaal-emotioneel en cognitief leren zullen even belangrijk zijn. Idealiter focust het curriculum zich op beide. Door omstandigheden kan tijdelijk het accent op één van de twee worden gelegd, maar nooit te lang. Laat tieners niet verdwijnen in sociaalemotionele thema’s of cognitief leren zonder hart.
De pedagogische benadering is gebaseerd op Jenaplan. De Jenaplanbenadering zet het kind/de tiener centraal. Belangrijkste activiteiten zijn spel, gesprek, spelen en viering. Deze benadering heft ‘leren samen te leven’ tot belangrijkste doel gemaakt, Het begint met het creëren van een gelukkige en betrokken klas. Belangrijke kenmerken van het onderwijs zijn verder: gericht op de leerbehoefte van tieners, actief zelf regulerend leren, vraag het de tiener, maak de tiener verantwoordelijk, sociaal leren als methode en als doel, een breed begrip van kunde en prestaties, uitdagende leeromgeving, bewijzen van leervordering op een motiverende manier en een bevorderlijke schoolgemeenschap.

Grote stappen naar nieuw levend leren
1. Start met de leervragen en behoefte van tieners en vertaal ze in persoonlijke leerroutes. Maak kleine werkgroepen van tieners om de persoonlijke challenges uit te wisselen en elkaar te helpen
2. In elk onderwerp en project: maak tieners bewust, geef betekenis, laat ze ervaren en laat ze iets doen of iets maken vanuit het onderwerp.
3. Maak van de groep een gemeenschap, een gelukkige betrokken klas door samen te werken, te spreken, te spelen en te vieren. Leer ze samen te leven.


De eerste stap: Start elke dag met bewustwording, betekenis, ervaring en actie rond een item. Evalueer regelmatig het samen leven en leren in de gemeenschap van de klas.

4.5 De resultaten van tieneronderwijs en het vervolg daarna..

4.5.1 Het volgen van de vorderingen en het vieren van de prestaties.
Houdingen
Tieners zullen hun eigen voortgang in hun houdingen rapporteren. In hun persoonlijke ontwikkelingsmap zullen ze elke gewenste houding beschrijven door voorbeelden te geven. Ze kunnen zich verantwoorden met de STAR methodiek: Wat was de situatie, wat was mijn taak, wat heb ik gedaan en wat was het resultaat? Ze zullen hun eigen sterktes en zwaktes met hun coach bespreken en vervolgens met groepsgenoten. Tenslotte benoemen de tieners aan welke houding ze willen werken. Aan het eind van het jaar presenteren ze hun voortgang in de groep

Vaardigheden
Vaardigheden zullen getraind worden en geëvalueerd op criteria. De tieners doen dit voor zichzelf, maar er zal ook een evaluatie door een expert of een coach zijn. Doel is feedback en feedforward: wat heeft de tiener geleerd en wat kan nog geleerd worden? Het resultaat per vaardigheid zal zijn:

  • ‘Beginner ’ : De tiener staat nog aan het begin van het leerproces.,
  • ‘In ontwikkeling’: De tiener is goed op weg. De tiener heeft vaardigheid A en C onder de knie, kan nog leren in vaardigheid B en D.
  • ‘Aangetoond’: De tiener heft aangetoond de vaardigheid te beheersen.
  • ‘Meester’: De tiener is de vaardigheden meester en kan anderen helpen de vaardigheid te leren..

Assessment kan plaatsvinden op verzoek van de tiener of van de coach. Sommige reproductievaardigheden kunnen tieners bewijzen door via een test op de computer. De tiener bepaalt of hij of zij er klaar voor is. In groep 9 en 10 worden de assessments afgelegd op verschillende niveaus (VMBO-B, VMBO-K, MBO-T, HAVO, VWO). Als een tiener snel een vaardigheid meester is of beheerst dan kan hij/zij een hoger niveau proberen, Als een tiener lang op het beginnersniveau blijft steken, dan kan hij/zij een lager niveau proberen. Niveau wisselingen gebeuren altijd in overleg met de coach.
Kennis
Het vergaren en gebruiken van kennis kan ook bewezen worden in assessments. Deze assessments zullen alle doelen omvatten van de kerndoelen PO en eerste fase VO. Er zullen assessments zijn per vak en op de verschillende niveaus. Deze assessments laten de beheersing van tieners zien van verschillende onderwerpen. Tieners zullen bewijzen verzamelen, demonstraties geven of rapporteren om aan te tonen dat ze de leerdoelen gehaald hebben. Het totaal van assessments van een tiener zal laten zien wat een tiener heeft geleerd.

4.5.2 Na het tieneronderwijs
Het resultaat van tieneronderwijs zal te merken zijn in de manier waarop de tiener omgaat met zichzelf, de ander en de wereld. Dit kan vertaald worden in leerdoelen: houdingen, vaardigheden en het vergaren en gebruik van kennis. De tieners zijn goed voorbereid op het vervolgonderwijs en het leven daarna. De tieners zullen de houding en de vaardigheden hebben om succesvol te zijn in de tweede fase van het VO- onderwijs. De kennis zal niet op hetzelfde niveau zijn als in het oude systeem maar de tieners zullen getraind en gemotiveerd zijn om effectief de kennis te vergaren, die nodig is in de gekozen richting in de tweede fase van het VO.
Om kennis te maken met het onderwijs na de tienerschool, zal de tiener al projecten doen met experts en op locaties van de tweede fase van het VO. In hun persoonlijke ontwikkelingsplan van het laatste jaar zullen tieners projecten en trainingen opnemen die hen voorbereiden op de richting die ze willen volgen in de tweede fase van het VO. De beslissing of de tiener kan doen wat deze wenst, zal gebaseerd zijn op de prestaties in deze cursussen, de inschatting van de coach, de tiener en de ouders. Halverwege groep 9 hebben de tieners een eerste keuze gemaakt. Halverwege groep 10 moeten ze toestemming hebben voor de gekozen richting.
Sommige tienerscholen zullen in het gebouw zitten van een school voor de tweede fase VO. Zij kunnen makkelijk deze verbinding maken. Als een tienerschool deze verbinding niet heeft dan zal samenwerking gezi\ocht moeten worden met scholen voor de tweede fase VO om gezamenlijk projecten te starten, experts in te vliegen en de resultaten van de tieners van de tienerschool te volgen.

Om te profiteren van de kwaliteiten van de tieners en het tieneronderwijs, zouden de scholen voor de tweede fase van het VO in de lessen en projecten:
- Mogelijkheden kunnen geven voor persoonlijke ontwikkeling en zelfsturing
- Meer kunnen coachen in plaats van doceren.
- Aandacht kunnen geven aan bewustwording/waarnemen, betekenis geven, ervaren en doen.

Grote stappen naar het presenteren van leerresultaten en het waarborgen van een goede overgang naar de tweede fase van het VO

1. Creëer een systeem van assessments die:

  • tieners leert wat ze hebben bereikt en wat ze nog kunnen leren.
  • tieners motiveert en ondersteunt in hun persoonlijke ontwikkeling.
  • de kerndoelen en de persoonlijke leerdoelen omvat.
  • tieners maximaal de mogelijkheden biedt om zichzelf te evalueren..
  • zorgt dat tieners zichzelf presenteren.
  • de dialoog voedt met andere tieners, de coach, de ouders en interne en externe experts om de tiener te ondersteunen en de hulp te geven die nodig is.
  • de tiener ondersteunt in de groei naar de richting in de tweede fase van het VO, die de tiener wil en kan gaan volgen..

    2. Geef tieners de mogelijkheid om de tweede fase van het VO te ervaren door experts in te vliegen en door hen liefst op de locatie van de tweede fase VO al lessen te laten volgen en projecten te laten doen..

Eerste stap: Maak een assessment in een vak gebaseerd op deze principes. Maak samen met de tweede fase VO een project waarin tieners het onderwijs in deze fase kunnen ervaren.